Tijdens de 18e eeuw bepaalde Frankrijk voor het grootste gedeelte het modebeeld. Dat gold dus ook voor de schoenen die in die tijd gedragen werden. Mannen en vrouwen van adel liepen voornamelijk op korte laarsjes met hakken eronder. Aan het eind van deze eeuw heerste het beeld dat iedereen gelijk was en daarom op dezelfde hoogte moest rondlopen. Het gevolg was dat de hak uit het straatbeeld verdween. Hoe platter de schoen was, hoe meer dat gewaardeerd werd.
Een eeuw later verscheen de hak weer ten tonele en kwamen de korte laarsjes in de vorm van enkellaarsjes op de markt. Deze laarsjes waren van leder gemaakt, met soms gedeelten van linnen erbij. Tijdens de 20e eeuw wonnen de hoge laarzen aan populariteit, maar als mensen minder geld te besteden hadden gaven ze liever de voorkeur aan de korte laarsjes. Doordat daar minder materiaal voor nodig was, waren deze namelijk goedkoper in aanschaf. En hoewel hoge laarzen tegenwoordig ook goed betaalbaar zijn, zijn de korte laarsjes niet uit het modebeeld verdwenen. Het zijn ideale schoenen om bijvoorbeeld onder je skinny jeans of je zomerjurkje te dragen. Beide soorten laarzen zijn in ieder geval terug te vinden in de kledingkast van de vrouw.
Bij het uitkiezen van de juiste korte laarsjes hoef je - in tegenstelling tot hoge laarzen - er alleen maar op te letten dat het schoeisel goed om je voeten past. Er zijn wel een aantal keuzes die je moet maken. Naast vorm en kleur spelen de volgende zaken een rol: